Het erfrecht kent veel begrippen die niet iedereen gebruikt en/of begrijpt. Onderstaand vindt u diverse begrippen uitgelegd met gewone Nederlandse woorden. Handig wanneer u erfrecht stukken wilt lezen en begrijpen wat er staat. Voor advies kunt u altijd een erfrechtspecialist raadplegen.
Aanverwanten: Alle personen die geboren zijn in de familie van de partner van de overledene.
Afstammelingen: De nakomelingen van de overledene.
Akte van overlijden: Schriftelijke bewijs dat een persoon is overleden.
Beneficiair aanvaarden: De aanvaarding van de nalatenschap door een erfgenaam onder voorwaarde van een boedelbeschrijving. Hierdoor is deze erfgenaam niet met zijn eigen vermogen aansprakelijk voor schulden van de overledene.
Bloedverwanten: Alle personen die zijn geboren in de eigen familie van de overledene (= van hetzelfde bloed).
Boedelbeschrijving: Een overzicht van alle bezittingen en schulden van de nalatenschap.
Boedelregister: Een register bij de griffie van de rechtbank, waarin feiten kunnen worden ingeschreven die betrekking hebben op de nalatenschap.
Boedelvolmacht: Een schriftelijk stuk waarin iemand aan een ander de bevoegdheid geeft namens hem te handelen inzake de afwikkeling van de nalatenschap.
Codicil: Een door de overledene met het handgeschreven document waarin een beperkt aantal wensen en/of legaten zijn vastgelegd.
Centraal Testamentenregister (CTR): Een register waarin wordt bijgehouden wie een testament heeft laten opmaken en wanneer en bij welke notaris dat was. Het CTR heeft geen inzage in de inhoud van het testament.
Erfbelasting: De belasting die betaald wordt over hetgeen dat wordt verkregen uit de nalatenschap.
Erfdeel: Het deel van de nalatenschap dat de erfgenaam verkrijgt.
Erfenis: Zie nalatenschap.
Erfgenaam: Persoon of instelling die volgens de wet of een testament recht heeft op een (deel van de) nalatenschap.
Erflater: Zie overledene.
Executeur (voorheen executeur-testamentair genoemd). De persoon die volgens het testament de nalatenschap moet afhandelen.
Gevolmachtigde: Persoon of instelling die bevoegd is namens een ander te handelen.
Legaat: Een bepaald goed (bijvoorbeeld schilderij of sieraad) of een geldbedrag dat wordt verkregen uit de nalatenschap.
Legalisatie handtekening: Verklaring van notaris of gemeenteambtenaar dat de ondertekenaar van een document zelf de handtekening heeft gezet.
Legataris: Persoon of instelling die door een testament begunstigd wordt met een legaat. De legataris is geen erfgenaam.
Legitieme portie: Een minimum erfdeel waar een afstammeling aanspraak op kan maken.
Legitimaris: Afstammeling die recht heeft op een legitieme portie.
Mediation: Bemiddeling door een onafhankelijke derde.
Nalatenschap: Alle bezittingen en schulden die de overledene heeft achtergelaten.
Notariële akte: Akte die door de notaris wordt opgesteld.
Onterven: Het uitsluiten van een wettelijk erfgenaam als gerechtigde tot de nalatenschap.
Overledene: Persoon die is overleden.
Partner: Volgens de wet degene waarmee de overledene was gehuwd of een geregistreerd partnerschap had.
RegisterExecuteur: Een betrouwbaar en deskundig persoon die namens de erfgenamen de nalatenschap kan afwikkelen.
Rekening en verantwoording: Een overzicht van alle ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de nalatenschap, sinds de overlijdensdatum.
Successierechten: (nu erfbelasting) Zie erfbelasting.
Testament: Een door een notaris opgestelde akte waarin de overledene heeft vastgelegd wat er met zijn nalatenschap moet gebeuren.
Uitsluitingsclausule: Bepaling in een testament waardoor de (ex-)partners van de erfgenamen geen voordeel krijgen uit de nalatenschap.
Uittreksel overlijdensregister: Een door de gemeente afgegeven document waaruit blijkt dat de overledene in die gemeente is overleden.
Verklaring van erfrecht: Een notariële akte waarin een notaris feiten vermeldt over de overledene, de nalatenschap en de erfgenamen. Uit deze akte blijkt wie over de nalatenschap mag beschikken.
Verklaring van executele: Een notariële akte waarin een notaris vermeldt wie de executeur van een bepaalde nalatenschap is en wat zijn bevoegdheden zijn.
Verwerpen: De weigering van de nalatenschap door een erfgenaam.
Volmacht: Een schriftelijk stuk waarin iemand aan een ander de bevoegdheid geeft namens hem te handelen.
Volmachtgever: Persoon of instelling die een volmacht aan een ander verleent.
Wettelijke verdeling: Op basis van de wet of testament krijgt de langstlevende partner de nalatenschap. De kinderen krijgen hun deel pas als beide ouders zijn overleden.
Zuiver aanvaarden: De aanvaarding van de nalatenschap door een erfgenaam zonder voorbehoud. Hierdoor is deze erfgenaam ook met zijn eigen vermogen aansprakelijk voor schulden van de overledene